Aangepaste voeding

Voeding aanpassen is niets ongewoons. Denk maar eens aan de eerste babyhapjes, het fruithapje en de eerste lepeltjes groente. Babyvoeding is ook aangepaste voeding. Maar ook als we ouder worden en normale voeding prima kunnen eten en drinken, ook dan nemen we wel eens voeding in een aangepaste consistentie, omdat dat chique is of gewoon lekker. 

Het is anders als je ineens geen voedsel meer kan kauwen of je telkens verslikt in je drankje. Dit kan acuut gebeuren, zoals bijvoorbeeld als je een hersenbloeding (CVA) hebt of meer geleidelijk ontstaan ten gevolge van ziekte of ouderdom. In dat soort gevallen is het goed om te laten onderzoeken hoe het met je kauwen en slikken zit. Dit kan de logopedist voor je doen. Zij observeert dan hoe je kauw- en slikvaardigheid is en geeft je advies over voeding dat past bij jouw slikvaardigheid. En soms moet je de voeding dan gaan aanpassen. Dit noemen we dan een verandering in de consistentie. 


IDDSI

Wanneer je vanwege slikproblemen geen normale voeding meer kunt eten, krijg je een voedingsadvies van de logopedist of diëtist. In dit advies staat welk type voeding voor jou geschikt is en waarmee je het minst risico loopt op verslikken en complicaties. Eerder gebruikten we termen als 'grofgemalen', 'vladikte' of 'in kleine stukjes gesneden' om de consistentie van voeding te omschrijven. Maar het ontbrak aan eenduidigheid. Om tot eenduidigheid te komen heeft een internationale groep professionals een raamwerk ontwikkeld: IDDSI (International Dysphagia Diet Standardisation Initiative).